Af en toe doen Kathelijne en mezelf het gewoon, een overnachting, ergens, zomaar. In Brugge, of in Gent, alleszins in afgelegen en onherbergzame gebieden, ver weg van het centrum van het land.
Gent. Waar de mensen een ruw & rauw dialect spreken. Zo onverstaanbaar dat het mooi wordt.
Waar u en ik desgevallend zouden zeggen “Dat weet ik ook wel, hoor” wordt dat, in vrije vertaling:
“Da weete mijn kluuten uuk, en ’t zijn gîen avekoate“.
Dat klinkt toch anders. Het betekent hetzelfde, maar de nuance is anders.
Hierover lezen wij het volgende: “Een opvallend kenmerk van het Gents is zijn rauwe felheid, die vooral tot uiting komt in het enorm aantal scheldwoorden en ook in de vele platte uitdrukkingen. Hierbij mogen we niet uit het oog verliezen dat Gent op de eerste plaats een vurige arbeidersstad is en in zo’n milieu worden de dingen weliswaar niet kwaadaardiger, maar toch wel directer, ongezoutener en plastischer gezegd“.
Voilà. Zeg nu nog eens dat dit geen leerzame blog is.
Een avondje & dagje Ongezouten en Plastisch Gent, dus. Het allermooiste aan hardlopen is dat je zo eens ergens komt. Na een stevig, en misschien iets te ruim bemeten ontbijt, nog éven uitrusten, wat lezen, en dan: hop, vooruit met de geit, de loopschoenen aantrekken, Kathelijne de (gehuurde) fiets op, en dan zo snel mogelijk de big city verlaten, richting natuur.
Voor je het goed en wel beseft, loop je dan plots in het wondermooie Afsnee.
Afsnee, of all places. De naam geeft het zelf al enigszins aan: Afsnee, afgesneden van de bewoonde wereld.
Een kleine honderd inwoners, zou ik zo schatten. Al is aan mij geen overdreven accurate schatter verloren gegaan. En we hebben er geen volkstelling gehouden. Maar wow, wat mooi om er te lopen, zeg. Lopen langs de Leie, onder een stralende zomerzon, veel mooier wordt het Leven niet, denk ik.
En de conditie deugt weer, enigszins. Er stond “6 km trage duurloop” op het programma, maar wie aan de Leie onder een stralend zonnetje kan besluiten na amper 3 kilometers: “En nu keren we maar ‘ns terug, het is goed geweest”, die heeft naar mijn bescheiden mening een steekje los zitten.
Het zijn dus uiteindelijk een 15-tal kilometers geworden, aan 4:59, met rustige en gemoedelijke hartslag, met voldoende ademruimte voor conversaties over Praktische Aangelegenheden, en over Het Leven.
Quality time, als u het mij vraagt.
En tot slot, weekends zoals het deze zijn ook uitermate geschikt om wat bij te lezen. Zeg mij wat u leest, en ik zal zeggen wie u bent.
Wie leest, probeert het Leven te begrijpen.
En aangezien het nu echt wel Zomer aan het worden is met een grote Z (dat hopen wij toch), en omdat u zo flink doorgelezen hebt, helemaal tot aan het einde van deze blog, verdient u van ons een welgemeende fijne leestip!
Bij deze: “De joodse messias” van Arnon Grunberg: wat een prachtige roman.
Wat een messcherp taalgebruik.
Wel in het standaardnederlands, niet in het Gents. Vol onderkoelde analyse, en sardonische dialogen. Hoe die Grunberg kan schrijven, dat is om stikjaloers van te worden.
“Xavier Radek had voor de brandende ambitie nog geen naam, hij wist nauwelijks dat zij in hem woonde. Zijn ouders hadden langdurig de lof gezongen op bescheidenheid, zeg maar gerust op onopvallendheid. Xavier noemde zijn ambitie bij gebrek aan betere woorden: een verloren volk troosten. Awromele troosten. Het lichaamsdeel strelen waarin de pijn zit“.
Voilà. Een warme aanrader, zou ik zeggen!
Sportieve groeten, en veel leesplezier,
Peter
Bedankt voor de boekentip, Peter. Ik heb nog nooit iets gelezen van Arnon Grunberg, dus fijn om hem via jou te te ontdekken, nog net op de valreep van mijn vakantie!
LikeGeliked door 1 persoon