Sommige blogs gunnen je een nieuwe blik op een oude wereld.
Recent werd deze blog gepubliceerd: 16 Years, door Phil Kneen.
Over de “Jungle van Calais”.
Wat een onderwerp.
Een weinig comfortabel onderwerp, als u het mij vraagt.
Liefst duw ik het van me weg.
De Jungle van Calais heb ik altijd een omgekeerde KPI gevonden.
Een indicatie dat ons Ikea-pakket verkeerd in elkaar zit. Zonder dat het – op het eerste zicht – duidelijk is of het nu aan het Ikea-pakket ligt, of aan de hobbyist. Als ik de foto’s van Phil Kneen zie, vraag ik me af hoe mensen in 2030 zullen terugblikken op dit vreemde tijdsgewricht?
Een les geschiedenis voor scholieren, in 2030?
“In 2016, beste kinderen, was de voornaamste hobby van de mensen in die tijd, het zoeken van virtuele Pokémons, om deze na de vangst dan te trainen. De Spoorwegen verzochten de maker van dit spelletje om géén Pokémons meer bij spoorwegen te plaatsen, want mensen begonnen op de sporen te lopen”.
En dan, pijnlijker:
“Tussen 1999 en 2016 woonden er duizenden mensen (7.000 à 10.000?) in de Jungle van Calais. Het kamp bestond uit tenten, dozen en allerhande bouwsels. Er waren humanitaire problemen met hygiëne, een tekort aan voedsel, criminaliteit, etc. Vooral jonge mensen ‘woonden’ hier: de gemiddelde leeftijd bedroeg vijfentwintig jaar.”
De jungle.
Temidden van West-Europa. The Law of the Jungle.
“A state of ruthless competition or self-interest”
“The principle that those who are strong and apply ruthless self-interest will be most successful”
De vraag stellen, is ze beantwoorden, moet Phil Kneen gedacht hebben:
“France has obliterated its biggest and most troublesome migrant camp. I’ve no idea what will happen to the population of the Calais Jungle, I don’t think the French government does either, to be honest?”
The French government? Hoe keek de Franse regering hier naar?
Merkwaardig. Verboden hulp te bieden.
Artsen zonder Grenzen en andere hulporganisaties deden jarenlang wat ze maar konden, zo las ik.
De hele problematiek gaat m’n petje te boven, moet ik deemoedig bekennen.
De oorzaken zullen zeker complex zijn, en toveroplossingen zullen er niet voor het rapen liggen.
Omgekeerd, bij frustraties, onbegrip en onvermogen (“We kunnen toch niet iederéén opvangen!”) kan ik me iets voorstellen.
Maar misschien leidt het ons een beetje af, van de wereld en z’n KPI’s. Misschien was de Jungle van Calais ook een spiegel? De spiegel is van de muur gehaald, maar we hebben de foto’s van Phil Kneen nog.
Met oncomfortabele groeten,
Peter