Stress


Marathon Krakau (2)Beste lezers,

Onlangs vertrouwde een collega mij toe dat zij last ondervond van stress. Véél stress.

Met de empathie en de fijnbesnaardheid die mij zo kenmerken, antwoordde ik:

“Stress? Jij? Jij weet in de verste verte niet wat stress is. Heb jij al eens een feestje voor 11-jarigen in goede banen moet leiden? Of althans, heb je daartoe al eens een poging moeten ondernemen? Ik bedoel, 11-jarigen die blijven slapen en zo, hé?”

Nou. Jullie zullen het misschien niet raden, en dus verklap ik het maar meteen: recent hebben wij zo’n feestje in goede banen moeten leiden.

Dat was m’n beste keer niet. Reeds bij de intrede in de nabije supermarkt (wij moesten inderhaast batterijtjes kopen voor een speedboot op afstandsbediening) vroeg zo’n kleine aap“Meneer Peter, alles wat hier gebeurt, dat is onder uw verantwoordelijkheid hé?”.

Welnu, als je dat soort vragen krijgt, dan staat het als een paal boven water dat je jezelf mooi in een hoekje hebt geschilderd.

Inderdaad, nog geen halve minuut later verscheen diezelfde schavuit bij mij, met een joekel van een diepvriespizza in zijn handen. Geschrokken vroeg ik hem: “En waar komt die vandaan?”, en het laconieke antwoord was: “Oh, uit de winkelkar van een lief oud mevrouwtje!”.

Dat lief oud mevrouw kwam weldra aangezet, en heel blij leek ze toch niet. Merkwaardig genoeg keek ze vooral kwaad naar mij.

Alsof ik er voor iets tussen zat.

Luidkeels deed ze haar beklag over de diefstal. “Diefstal?”, vroeg ik. “Die pizza hebt u toch nog niet betaald? Welnu, dan is die pizza nog in volle eigendom van de supermarkt. En bovendien, heeft deze pizza de territorialiteit van de supermarkt overschreden? Ik dacht het niet. Ik betwist dat hier sprake is van ontvreemding. Juridisch gezien, bedoel ik”.

Ik voelde me een soort Jef Vermassen. Maar waar de ontroerende redevoeringen van Jef steevast leiden tot een diepe stilte, ten teken dat de toehoorders zwaar onder de indruk zijn, leek mijn betoog eerder onder de noemer “olie op het vuur” te vallen.

Welk een verwensingen en beledigingen vielen mij te beurt!

Dat werd nog een hele cinema, in aanwezigheid van een zestal 11-jarigen, op spektakel beluste ramptoeristen. Enfin. Ook aan deze calvarietocht kwam een einde, en uiteindelijk stapte de mevrouw in kwestie op haar bezem, en vloog zij huiswaarts.

Wat een stress.

Over die overnachting zwijgen we. Tegen dat de laatste bengel besloot om – eindelijk – een uiltje te knappen, was de eerste daar, om te melden dat de ochtendstond goud in de mond heeft.

Enfin, ik geef het u graag mee als advies: vindt u soms dat u stress ervaart in het leven? Organiseer dan gauw een feestje voor 11-jarigen mét overnachting, en weldra zullen al uw stressfactoren veranderen in onbenullige muizenisjes, u zal zich niet kunnen voorstellen dat u zich dààr ooit druk om maakte.

Family ZaventemEn toen kwam de marathon van Krakau in het verschiet. Net voor wij moesten vertrekken, vroeg Kathelijne of de Kids ID’s van de kinderen nog wel geldig waren.

“Dat denk ik wel”, zei ik.

“OK, bollie”, zei Kathelijne, “Goed dat je dat denkt, maar kijk het toch even na?”.

Zo gezegd, zo gedaan.

Lap. 

Die Kids ID’s waren toch wel niet vervallen zeker!

Wat Kathelijne tot de vraag noopte: “En wat gaan wij doen als ze niet mee op het vliegtuig naar Krakau mogen?”.

Waarop ik dan weer: “Wel, dan brengen wij hen voor een dag of drie naar de Ikea in Zaventem hé!”.  

Geef toe, wie zonder gevoel voor humor door het leven moet, die is maar een triest leven beschoren.

Maar wat iets minder grappig was. Toen Kathelijne vroeg: “Bollie, jij hebt de tickets toch hé”, bevestigde ik zulks, en ik toonde ze, vol trots, aan the love of my life. Ik had ook eens iets besteld. Waarbij Kathelijne vroeg: “Maar wij vliegen toch naar Krakau?”, wat ik uiteraard bevestigde, want in Krakau, daar vindt zondag de marathon plaats.

“Maar Bollie, je hebt tickets geboekt naar Katowice. Dat is vér van Krakau hoor!”, zei Kathelijne. En zij richtte de ogen ten hemel.

Gevolgd door: “Mensenlief, wat kan jij véél in de soep laten draaien, op zo’n korte tijd”.

“Jaja”, glunderde ik, “Zo zie je maar dat iedereen toch zijn talentjes heeft!”

Tijdens het wachten op onze vlucht becijferde Jarne hoeveel vliegtuigen er zo – ongeveer – neerstorten per jaar.

En vervolgens, hoeveel vluchten per jaar er niet neerstorten.

Uit het eerste en het tweede, bleek dat ongeveer 1 vliegtuig op 10 neerstort.

Dat vatte de dochter op als zeer slecht nieuws. Bijgevolg wenste zij niet meer aan boord te gaan. Ze was haar leven nog niet beu, zo werd ons meegedeeld. “Nou, nou”, zei ik monter, “Dan hebben we wel nog steeds 10 keer méér kans dat we niet neerstorten hé”.

Een positieve mindset is alles, in het leven.

Marathon Krakau (2)Waarop m’n zoon dan weer: “Ja, maar de kans is wél groter dan 1 op 10 hé, want we moeten ook nog terugvliegen!”.

Lap. “Een statisticus in de familie!”,  zo dacht ik.

Dat ontbrak er nog aan.

Ach, beste lezers, het is dus allemaal dik in orde gekomen. Vraag me niet hoe, wij besparen u graag de details, maar deze blog wordt dus tot u gepost, veilig en wel, vanuit het busje naar Krakau.

Nog een kleine 100 km te gaan!

Met sportieve groeten,

Peter

 

14 gedachten over “Stress

Plaats een reactie