Falen


FalenBeste lezers,

Af en toe krijg ik deze vraag voorgeschoteld:

“Wat doe jij eigenlijk als je niet slaapt, als je niet werkt, en als je niet aan het hardlopen bent?”.

Quality-time doorbrengen met Kathelijne, natuurlijk.

En als Kathelijne andere verplichtingen heeft, dan lees ik in m’n boekje: “Hardlopen met bezieling”.

Dat kocht ik ooit tweedehands, voor 5 euro.

De ondertitel luidt als volgt: “365 inspirerende adviezen voor mensen die hun grenzen willen verleggen”.

Hardlopen met bezielingToen was de rekening snel gemaakt: ik dacht bij mezelf, 1,3 eurocent per inspirerend advies, daar kan ik me geen buil aan vallen.

365 adviezen: daar kan je dus élke dag in lezen hé. Vandaag las ik het stukje over “Falen”.

Het begon met een quote van Grete Waitz, een van de grootste hardloopkampioenen aller tijden.

Voor de jonge lezertjes: deze Noorse straffe madam won de marathon van New York tussen 1978 en 1988 maar liefst negen keer.

Nu u, weer.

Enfin, haar quote luidt:

“Wees niet teleurgesteld als je niet direct succes boekt. Geef niet op. Het kost tijd. Dat moet je beseffen”.

En in “Hardlopen met bezieling” wordt dat als volgt uitgelegd:

grete-waitz“Als je je al bij je nederlaag neerlegt na één keer falen, dan heb je het niet geprobeerd. Eén keer is niet genoeg. Twee keer ook niet. Of drie keer. Of vier keer. Je moet blijven falen. Als je faalt, leer je. En als je leert, word je beter!

Nondepiep. Zo had ik er nog niet over nagedacht.

Als ik terugdenk aan m’n vorige twee marathons, de marathon van Rotterdam, en Krakau, dan denk ik aan twee (héél) mooie loopervaringen, maar qua eindtijd werden die niet wat ik had gehoopt.

Dit verhaal levert me nu een nieuw inzicht op, misschien was twee keer falen niet genoeg. Misschien moet ik nog vijf keer falen voor het lukt, of misschien nog zeven keer. Als ik er maar iets van leer.

Zo gezegd, zo gedaan, en ik dook terug in de tijd, ik las m’n eigen blogs na over Rotterdam en Krakau. Ik ging ‘ns opnieuw kijken in de Strava-geschiedenis die er aan vooraf ging. Had ik dan niet hard genoeg getraind? Ja, toch wel. Intensieve trainingen zoals deze: 18km met 6 km opwarming + 5 km @ 4:00 min/km + 2 x (1 km @ 3:35 min/km) + 5km @ 4:00 min/km (link): zo’n trainingen deden me denken dat ik er helemaal klaar voor was.

Kat in ’t bakkie, dacht ik. Mooi niet, dus. Wat ging er dan mis? Ik kan er niet echt m’n vinger op leggen: het was toen veel warmer dan gedacht, maar dat zegt niet alles, natuurlijk. Van in het begin voelde ik dat 4:15 min/km niet ging lukken. Misschien was ik mentaal niet sterk genoeg. Halverwege was ik al moe, en was ik het moe. Misschien wou ik het dus niet hard genoeg. Misschien liep ik te berekend, steeds op m’n sporthorloge kijkend, in plaats van gewoon zo hard mogelijk te gaan, tot aan de finish.

Misschien is het wel normaal: als je per sé je doel wil behalen, dat je dan dwars door je miserie moet lopen. Halverwege al moe zijn, maar toch nog een tweede helft afhaspelen aan krak hetzelfde tempo.

In ieder geval, dat het in Rotterdam en Krakau niet gelukt is om onder de 3 uur te lopen, ervaarde ik – tot nu toe – als “falen”. En nu lezen we het plots in de omgekeerde richting:

“Je moet nog tien keer falen. Neen, nog twintig keer. Nog dertig keer. Desnoods nog 40 keer. Zolang je faalt, maak je kans”

Dat leek me plots een frisse kijk op de zaak. Hoe ik er nu op terugblik, denk ik niet dat ik voor Rotterdam & Krakau slecht getraind heb.

Idem dito, voor Eindhoven denk ik dat ik goed aan het trainen ben. Met minder trainingen (4 x trainen per week in plaats van vroeger vijf x per week) en met minder tussentijdse wedstrijden, heb ik het gevoel dat ik de trainingen kwalitatief beter kan afwerken, én dat ik nadien goed kan herstellen.

FalenIn ieder geval, op 14 oktober kan ik dus gerust nog eens falen, bv. omdat ik nog niet dwars door de pijn kan lopen.

Met de glimlach, zoals Eliud Kipchoge dat zo mooi deed, in Berlijn.

Of misschien lukt het gewoon wél, en blijf ik die 2:59-ballon volgen, all the way.

Ik probeer alleszins goed na te denken na over de details die er toe doen, zoals bv. “drinken tijdens de wedstrijd”. Na het uittesten van Maurten, tot m’n grote tevredenheid, ga ik, na de feedback van Hedwig hierover (“eenmaal in het maag-darmkanaal is dit de vriendelijkste gel ooit. Smaak-, geur-, en kleurloos … ik zou het eens proberen!”), toch ook de gels van Maurten eens uitproberen.

Voilà. Dat is alles wat we kunnen doen: hard trainen, goed nadenken over de details, en hopen dat op de dag zelf alle puzzelstukjes in elkaar vallen.

Met sportieve groeten,

Peter

9 gedachten over “Falen

  1. Merkwaardig maar dat boek staat in mijn kast. En mijn motto is “try and fail but do’nt fail tot try”. Van Mijn moeder leerde ik al leren is proberen. Dat doe ik nog steeds op mijn niveau dan 😂

    Mooi blog en die van eergisteren ook. Inspirerend trainingswerk. Keep up trying. Ik alsnog ergens een mooi lijstje ter voorbereiding op de marathon met een soort checklist. Ik zoek het op en stuur het je.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie