Onderzoek


Front onderzoekBeste lezers,

Hebben jullie zich wel ‘ns afgevraagd, hoe het komt dat sommige hardlopers hun eindtijd op een wedstrijd heel goed kunnen inschatten, terwijl anderen er vaak mijlenver naast zitten?

Wel, wij hebben dat eens uitgezocht.

Of meer precies, Konstantinos Liverakos en zijn teamgenoten aan de University of St Andrews (in Schotland) hebben dat uitgevogeld, en speciaal voor jullie, geef ik er graag een kort woordje uitleg bij. Enfin, kort, dat valt nog te bezien, het is weekend, dus we hebben alle tijd. Dit is trouwens de link naar het volledige onderzoeksrapport: LINK.

Voor de 7.211 deelnemers aan de Alloa Half Marathon (verspreid over 6 jaargangen van deze wedstrijd), werd onderzocht welke tijd zij op voorhand opgaven (voorspelling), en welke eindtijd er in werkelijkheid op de tabellen verscheen. Dit wordt “kalibratie” genoemd, in hoeverre je accuraat (“metacognitive”) kan voorspellen hoe je performantie zal uitvallen.

Voor de hele meute was de verdeling als volgt:

1. Minder dan 14% van de deelnemers deed het significant beter dan voorspeld (onderschatting)

2. Ongeveer 61% zat in de buurt van zijn of haar voorspelling

3. Maar liefst 25% van de deelnemers deed er langer over dan voorspeld (overschatting)

Hoogmoed komt voor de val, zullen we maar zeggen 🙂

Maar goed, en nu komt de kat op de koord, natuurlijk. Wat verklaart deze cijfers? Wat waren nu de grootste oorzaken van variantie, in deze voorspellingen?

Ten eerste. Om maar met de deur in huis te vallen, en met excuses voor zoveel politiek incorrecte statements in deze blog, maar het grootste verschil was te vinden in het verschil tussen mannen en vrouwen!

GenderWie had dat gedacht!

Van mannen werd – algemeen – in voorgaand onderzoek steeds gezegd dat ze nét dat tikkeltje teveel zelfvertrouwen hadden, en bij vrouwen, net het omgekeerde.

Mis poes, want in dit onderzoek kwam net het omgekeerde aan de oppervlakte:

“Predictions by females were less likely to match their performance compared to males (58% compared to 63%). Cases where performance was better than predicted were comparable across females (13%) and males (14%), leaving the bulk of the difference driven by a greater tendency for females to perform worse than predicted (28%) compared to males (23%), going against our prediction of higher male overconfidence”.

Zo. Daar schrok ik wel van. Aangezien het een kwantitatief onderzoek betreft, werd de precieze oorzaak voor dit verschil niet blootgelegd. Een mogelijkheid die wordt aangereikt, is de volgende:

“When asked to predict performance, participants were not provided with further specifications on how they should make their predictions. It is possible that gender differences arose then, potentially leading to women predicting their ideal/goal performance and men giving realistic predictions“.

Ten tweede, “club membership”. Bij leden van een loopclub lag de eindtijd systematisch dichter bij de verwachting, dan bij niet-leden.

ClubEr was zowel minder overschatting, als minder onderschatting:

“Compared to club runners, unattached runners were more likely to perform both better (16% compared to 10%) and worse than predicted (27% compared to 22%). Therefore, there was no systematic under- or over-confidence in the unattached runners, they were just more inaccurate than club runners overall. Club runners were better able to match their predictions (68%, versus 56%)”.

Een mogelijke verklaring is dat club members meer feedback krijgen (van hun coach, van clubgenoten, etc.) zodat er een meer realistische verwachting hebben bij de start:

“Club membership puts runners in the position of regularly receiving feedback from coaches and other club members, giving them further opportunity to reflect on their performance and better understand their running capacity”

Ten derde, leeftijd.

Wijsheid komt met de jaren.

Leeftijd 2Nu ik langzaam maar zeker in de verkeerde richting evolueer, op dat vlak, mag ik dat wel zeggen.

Het percentage hardlopers met een goede “calibration” stijgt met de leeftijd: bij ‘16–30 years’ is dit 56%, in de categorie ‘31–45 years’ is dit al 61%, en ‘46 years and over’ zitten we aan 65%.

Wat opvalt, is dat qua leeftijd de overschatting slechts lichtjes daalt met de jaren, en dat vooral de onderschatting sterk daalt, van 17% bij de jonge piepkuikens, tot slechts 10% in de 46+ categorie.

Ten vierde, “race experience”. Binnen de groep hardlopers, werd een subset geselecteerd van lopers die al drie keer hadden meegedaan aan de halve marathon in kwestie.

race repetitionHet percentage “juiste voorspelling”, steeg dan van 66% tot 72%.

De overschatting was eerder grillig: de tweede deelname toonde, raar maar waar, een stijging van 17% naar 26%, en pas bij de derde deelname, een daling tot 22%.

Dat is wel vreemd, een mogelijke verklaring zou kunnen zijn:

“It may be that runners repeating the race, are more motivated to perform better than their previous race, and make more ambitious predictions than for previous races”.

De onderschatting daarentegen, die daalt consistent, van eerste deelname naar tweede, en van tweede deelname naar derde.

De onderzoekers zagen deze kwantitatieve analyse als een eerste aanzet. De vraag is of dit iets kan betekenen naar voorbereiding & training toe ?

“More relevant to our interests though, are the potential effects that training regimes could have on performance calibration. It is conceivable that runners who have experience of training at race pace or using faster-than-race pace intervals could better know how they handle these situations, leading to more accurate predictions. Similarly, runners who prepare at a constant, slower pace might underestimate the demands of a higher race pace, leading to performance overestimation”.

Ziezo.

Stof tot nadenken, zou ik durven opperen! 🙂

Met sportieve, en gekalibreerde groeten,

Peter

3 gedachten over “Onderzoek

  1. Je kan ook een inschatting maken op basis van de polar running index (indien je en polar horloge hebt). De geschatte tijd op basis van je laatste trainingen is vrij accuraat (voor marathon bij mij slechts 2 minuten overschatting). De running index houdt rekening met je hartslag en je snelheid – objectieve parameters. Dit zorgt ervoor dat je je conditie minder snel gaat overschatten. Je hartslagzones kan je wel best instellen op basis van een inspanningsproef.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie