Beste lezers,
Wij zullen maar open kaart spelen, in mijn jeugd was ik een echte houten klaas.
De turnleraar strooide met regelmaat zout op de wonde: “De Groof, gij bent zo lenig als een houten plank”.
Moesten we over de bok springen, dan kon je er een weddenschap op afsluiten: daar liep ik boenk tegenaan. Hup, met bok en al tegen de vlakte.
De turnleraar was dan dodelijk ongerust. Over z’n bok. “De Groof, dat moet toch zelfs gij verstaan, dat de school geen budget heeft om elk jaar een nieuwe bok te kopen?”
Ja, dat begreep ik.
Enkele decennia later, zijn de jeugdtrauma’s volledig verwerkt. Nu loop ik marathons, zij het nog iets te stram en te hoekig, naar mijn mening. Dat is geen ramp, want bij de gemiddelde marathon staat er toch geen bok op het parcours. Maar toch. Als ik de marathon ooit onder de 3 uur willen lopen, dan zal ik hard moeten trainen, goed op m’n voeding moeten letten, en toch ook, eens grondig bekijken of m’n loopeconomie niet beter kan.
Zo gezegd, zo gedaan, en aldus boekten we gezwind een sessie looptechniek.
Bij Audrey.
Dat begon rustig, met een tiental minuutjes opwarming.
Na die opwarming, zei Audrey dat ik te grote passen nam.
We bekeken het bijhorende filmpje.
Inderdaad.
Veel te grote passen.
Grote passen nemen, dat is niet interessant, zo land je volledig op de hiel, en veel te ver voor je eigen zwaartepunt uit. Niet efficiënt, want zo moet je telkens je hele lichaamsgewicht over je zwaartepunt tillen.
Verdikkeme. Niet moeilijk dat ik na elke training zo moe ben, bedacht ik me.
En wat erger is, op deze manier krijg je een (te) zware belasting van het onderbeen. De achillespezen, de kuitspieren, zeg maar. En waar heeft ondergetekende het meeste last van allerlei kwaaltjes?
Juist.
Enfin, de paslengte was dus te groot, en de pasfrequentie lag te laag.
Er werd met een metronoom gewerkt, dat was een echte eye-opener.
Bij 180, dan hoor je het dartele tik, tik, tik, van een spits muisje dat geruisloos door de keuken trippelt, om de poes niet wakker te maken.
Bij 160 (de frequentie die ik gemiddeld loop, volgens TomTom), hoor je een dof geplof, het soort geplof waar de poes onmiddellijk wakker van wordt.
De basis van een goede loopbeweging werd besproken. Naast het duwen (de voet die landt en dan afzet), moet er ook een trekbeweging zijn. En door iets voorover te lopen, krijg je een betere valbeweging. Dat is – kort gezegd – de techniek van Pose running. We laten het die mensen even zelf uitleggen:
“Running Pose is a body pose, which vertically aligns shoulders, hips and ankles with the support leg, while standing on the ball of the foot. This creates an S-like shape of the body. The runner then changes the pose from one leg to the other by falling forward and allowing gravity to do the work. The support foot is pulled from the ground to allow the body to fall forward, while the other foot drops down freely, in a change of support”
De voordelen van Pose Running?
Het is economischer, het is sneller, en met minder kans op blessures:
“This creates forward movement, with the least cost (energy use), and the least effort. The end result is faster race times, freer running and no more injuries“
Het strafste is: dat komt dicht in de buurt van hoe wij als kindje liepen!
Ergens onderweg zijn we dat dus kwijt gespeeld. En zijn we bokken omver beginnen lopen.
De theorie van Pose Running werd me stilaan duidelijk. Nu de praktijk nog. Mits wat oefenen ging dat in de goede richting.
Helaas is m’n lichaamscoördinatie niet tiptop, dus bij enkele oefeningen hebben we flink gebroddeld, dat kunnen we niet ontkennen. Ik had het gevoel dat ik aan duizend dingen tegelijk moest denken.
Mannen en multitasken, dat is niet noodzakelijk een succesformule, zo bleek. Maakte ik een pracht van een valbeweging, dan liet ik m’n been weer te ver uitzwaaien. Zo kan je nooit op tijd bijtrekken, natuurlijk.
Geen lachtertje, maar na een tijdje begon ik het – ongeveer – onder de knie te krijgen.
Wel erg opvallend, en confrontererend: als je één minuutje niet oplet, dan ben je zo weer old style aan het sloffen, op je zevenmijlslaarzen.
Dat gaf Audrey mee: dat het érg lang duurt voor je hier structureel beter in wordt.
Maar hoop doet leven, en oefening baart kunst.
Hopen we.
Oh. Als “happy end” nog even vermelden, na de technieksessie ging ik een les yoga volgen.
Bij sommige oefeningen wou dat niet echt vlotten, als het gepermitteerd is dat we het mild omschrijven, maar bij andere oefeningen moest ik niet blozen, absoluut niet.
Dat had onze turnleraar ‘ns moeten zien, dacht ik.
Zo.
En nu is het aan jullie natuurlijk … ! 🙂
Hebben jullie ervaringen met de bok, de kindertijd, yoga, pose running, etc., die voor publicatie vatbaar zijn?
Met sportieve groeten,
Peter
[…] Gisteren was het parcours best heuvelachtig, dus bij momenten sloeg te vermoeidheid toe. Wat me zeker hielp, was het voortdurend opnieuw bijsturen van de looptechniek. […]
LikeLike
[…] en dat geldt ook voor het hardlopen. In de blog “De voordelen van pose running” (dit is de link) lichtten we – zoals de titel misschien doet vermoeden – de voordelen van pose running […]
LikeLike
[…] hebben we de voorbije jaren wel een beetje aan gewerkt (cfr. “De voordelen van pose running”). Toch blijft dit een delicate […]
LikeLike