Beste lezers,
Alles goed met jullie?
Zeg. Wat me even van het hart moet: wat teistert die dekselse Bart Peeters mijn arme hoofd. Reeds geruime tijd zit ik met zijn liedje in m’n hoofd, “Brood voor morgenvroeg”.
Wat een vrolijk riedeltje.
Raak geformuleerd: “Waarom de waanzin het gezond verstand versloeg, ik heb geen idee, maar wel een brood voor morgenvroeg”.
Iedereen die ooit een interview mocht aanhoren met pakweg Liesbeth Homans, die weet precies wat Bart bedoelt. Dit is een politiek correcte blog, dus het is zeker niet dat ik iets tegen dames heb. Integendeel. Ik heb eerder iets tegen N-VA’ers in het algemeen. Als een dame haar beklag doet tegen mij, over haar vent en zijn vele onvolkomenheden, dan zeg ik gewoonlijk, bij wijze van schrale troost, “Ach prijs uzelf gelukkig, voor hetzelfde geld zat je met pakweg Geert Bourgeois in huis”.
Nu zal de kritische lezer mij voor de voeten gooien: “Ha, maar wat ga jij dan zeggen als ooit mevrouw Betty Hoste-Bourgeois haar beklag komt doen?”, maar dat zijn zorgen voor later.
Kwestie dat we geen misverstanden hebben: dit is een politiek 100% neutrale blog, en bij deze schakelen wij dan ook gezwind en diplomatisch over naar een politiek neutraal onderwerp, te weten: Paaseiland.
Daar moest de dochter een spreekbeurt over maken. Een spreekbeurt, begot. Dat moest ik 35 jaar geleden ook al doen.
En die oudercontacten. Herinnert u zich die nog?
De trauma’s van weleer.
In het geval van uw nederige blogger zei de leerkracht gewoonlijk, koudweg:
“Ach mevrouw, meneer. Aan z’n verstand zal het niet liggen. Véél stampen onder z’n gat, en dan komt het misschien nog in orde. Zo. Ik wens jullie nog een fijne avond. Dan mag u nu de ouders van Vogelaers binnenlaten. En Vogelaers zelf, natuurlijk. Daar is ook nog veel werk aan.”
Maar goed, waar waren wij gebleven?
Op Paaseiland. De naam alleen al. Allez. Dat moet je natuurlijk nooit doen, aan een Nederlander (in dit geval, ene Jacob Roggeveen) vragen “Hoe zullen we dit eiland eens noemen, Jacob?”.
Nederland. De namen die de ouders dààr aan hun kinderen durven doorgeven, dat is een dossier waar Human Rights Watch zich toch eens mag in vastbijten, vind ik. Die Paaseilanders waren daar natuurlijk niet over te spreken, over zo’n belachelijke naam.
Paaseiland. Enkel en alleen omdat Jacob Roggeveen daar op een paaszondag is gearriveerd. Gelukkig voor de arme stakkers is Jacob Roggeveen daar niet gearriveerd op de Dag van de Onnozele Kinderen. Moedig blijven de inwoners hun eilandje “Rapa Nui” noemen, en entre nous, kunnen wij hen ongelijk geven?
Die spreekbeurt bracht wel enkele rare zaken naar boven. Elk jaar wordt ginds een Vogelman verkozen. De uitverkorene is de jongeman die het snelste vanuit Orongo naar een klein rotseilandje (Motu Nui) kan zwemmen, om daar de eieren van een bonte stern te stelen. Wie als eerste een ei onbeschadigd kan terugbrengen, die wordt uitverkoren tot Vogelman.
Nou. Wat een schandalige praktijken! Zo maar een arme stern z’n eieren stelen! Even rekenen: als er op zo’n dag 500 would-be Vogelmannen uitrukken, dan lijkt me dat een gitzwarte dag voor die arme vogels. En telkens er onderweg een ei beschadigd geraakt: hup, die would-be Vogelmannen terug naar Motu Nui, om opnieuw eieren te gaan stelen.
En dan vraag ik u: waar blijft Gaia, als je ze nodig hebt?
Enfin, de vogelman krijgt dus een heel jaar lang “bijzondere voorrechten”, maar wij vonden nergens terug welke voorrechten het hier precies betreft. Waar wij dan weer smakelijk mee hebben gelachen: die Paaseilanders en hun geschrift. Het RongoRongo. Dat is een soort tekenschrift. Guess what? Dat werd tot op vandaag nog steeds niet ontcijferd. Bien joué. Een tekenschrift opstellen dat nadien niemand nog begrijpt. Ik wil niet over de N-VA blijven zeuren, en al zeker niet over onze minister van Financiën, want dit is een politiek 100% neutrale blog, maar is een tekentaal opstellen die niemand begrijpt, niet een beetje hetzelfde als belastingen verzinnen die nadien geld blijken te kosten in plaats van centjes in het laatje te brengen?
Enfin, die RongoRongo-teksten werden in stukken hout gekerfd, en er bestaan nog vele echte ‘stokken’ met RongoRongo, maar aangezien ze niet ontcijferd geraken, is de beste suggestie die ik kan verzinnen voor de brave Paaseilanders: laat ze voorlopig nog even op zolder liggen, en als er eens onverhoeds een strenge winter z’n intrede zou doen: niet twijfelen!
Nu. Al bij de introductie hebben wij in de groep gegooid: “Wie weet er wat Ahu Tongariki is?”.
Suspens en spanning gegarandeerd. Want de kleine aap die daar zomaar “ik” op antwoord, die moet eens grondig nagekeken worden, is mijn bescheiden mening. Voorts hebben wij getracht om de spreekbeurt zo praktisch mogelijk te houden. Aldus gaven wij de volgende goede raad mee:
“Als je vanuit Paaseiland boodschappen gaat doen op het dichtstbijzijnde bewoonde eiland, Pitcairn, dan kijk je bij het verlaten van de supermarkt best na of je alles bij hebt. Immers, Paaseiland is een van de meest geïsoleerde eilanden ter wereld, en dat dichtstbijzijnde eiland Pitcairn, dat ligt méér dan 2.000 km verder. Wie speciaal terug moet naar de supermarkt in Pitcairn voor dat pakje boter, die heeft toch wel een frats voor, die kan best het thuisfront verwittigen dat het iets later zal worden”.
Zo.
En toen kwamen we natuurlijk bij het fijnste onderwerp van allemaal.
Hardlopen op Paaseiland.
Aan de marathon van Paaseiland deden vorig jaar 94 hardlopers mee.
Waaronder één Nederlander.
Die heeft zich, aangezien hij er toch was, ineens verontschuldigd bij de lokale bevolking voor de nogal ongelukkig gekozen naam “Paaseiland”.
Tevens sprak hij – een tikkeltje paternalistisch – tot de Paaseilanders dat zij hun belastingen op dividenden maar ‘ns moeten afschaffen, want anders zullen de multinationals een voor een wegtrekken, zoals in België, und so weiter und so fort. Zoals u wel kan vermoeden: de Paaseilanders waren er nog niet al té rouwig om, toen dat vervelende mannetje terug op het vliegtuig zat.
Enfin, de marathon van Paaseiland, dus.
Beste lezers, dat ziet er een héél mooie marathon uit!
Wij zetten ‘m alvast op de shortlist.
U ook?
Met sportieve groeten,
Peter