Over wilskracht, en spekken


Over wilskracht en spekkenBeste lezers, ik gaf het eerder grif toe, wilskracht is een van mijn favoriete thema’s. Daar zet ik graag een boompje over op. Het boeit me mateloos, in al zijn facetten.

Het succes & de glorie van wilskrachtige momenten.

Evenzeer, het falen, het jammerlijke mislukken, de wilskracht die verdampt, op een cruciaal ogenblik.

Die momenten, waarover wij gewoonlijk zeer discreet blijven. Zowel wilskracht als het gebrek eraan, het maakt ons tot wie wij zijn, mensen van vlees en bloed. 

Ha, en kent u Wiskeys?

Zo neen, neem dan zeker eens een geheel vrijblijvend kijkje op http://www.wiskeys.be ?

Het betreft een bijzonder mooi project van Mieke De Jaegher en Katleen Weytjens, Zij werken rond HR, trends in de arbeidsmarkt, leiderschap, etc., en zij volgen op de voet – speciaal voor u ! – de actualiteit en het onderzoek terzake.  Zoals Mieke en Katleen dat zelf omschrijven: “Om staand te blijven in een wereld vol verandering!”.

Nou. Dit is de link naar een blog, die ik voor Wiskeys verzorgde:

http://www.wiskeys.be/nl/blog/757/wilskracht.html?ni=132-c1828-GL3bxoVECEgVh8T4qvjV-93055

“Recent las ik een boek. Over wilskracht. Dat heb ik altijd een fascinerend onderwerp gevonden. Waarom heeft de ene mens zo véél wilskracht, en de andere zo weinig? En waarom heb ik zelf de ene keer, in de ene situatie, zo’n onvoorstelbaar sterke wilskracht, en een andere keertje geen halve gram?

Het boek dat ik las, gaat over decennialang onderzoek aan Stanford over dit onderwerp. Het begon lang geleden met de marshmallowtest. De centrale vraag was: wil het proefkonijn (een kind van 4 à 5 jaar oud) één marshmallow nu, of twéé marshmallows, maar pas over twintig minuten?

Heel merkwaardig: sommige kinderen kunnen érg goed aan deze verleiding weerstaan, één en al wilskracht, en andere kinderen vallen onmiddellijk en onherroepelijk door de mand. De marshmallowtest bleek een heel sterk verband te vertonen met wat er later zo al met de proefpersonen zou gaan gebeuren.

Kinderen die niet kunnen weerstaan aan instant gratification’ komen later vaker in de problemen, gaande van kleinere sociale problemen tot en met zware criminaliteit. Is dit dan 100% aangeboren? Enkel een DNA-kwestie? Neen! Uit onderzoek bleek dat de keuze sterk kan beïnvloed worden.

Laat kinderen ruiken aan de marshmallow, en zelfs de strafste proefkonijnen vielen loodrecht en verticaal door de mand! Ons ‘warme’, limbische brein is bijzonder krachtig: als het getriggerd wordt, is er bijna geen kruid tegen opgewassen.

Als onze ‘koude’ cortex in werking treedt, dan kunnen we in scenario’s denken en afwegingen maken: wat willen we écht, de snelle bevrediging hier en nu (bv. in de zetel zitten, met allerlei lekkers), of willen we over vier maanden een ijzersterke marathon lopen? Dan moeten we uit die knusse zetel komen en de loopschoenen aantrekken!

Bepaalde zaken helpen: bv. als je de marshmallow onder een stolp stopt, of als je de kinderen leert wegkijken van de marshmallow. Dan scoren plots ook de slechte presteerders véél beter!

En wat heeft dit met HR, management en organisaties te maken? Wel. Eerst en vooral zijn er natuurlijk de klanten: die lijken met de dag impulsiever te worden, zowel in B2C, in B2B, en in Human-2-Human. Alles lijkt hier en nu te moeten, 24/7. Dat is toch een grote uitdaging: wat betekent dit in de eigen organisatie? Hoe kan je daar mee om gaan?

En wat betreft de ‘voornaamste assets’ van een organisatie (het geheel van alle medewerkers, dus): is er een bewuste keuze om niet stééds weer te kiezen voor de ene marshmallow nu, ten koste van twee marshmallows later? Welke (positieve) stimuli zijn er in de organisatie om cortex-gewijs voor twéé marshmallows te opteren, ook al is dat pas volgend jaar, of pas over vijf jaar?

Een goede mix is noodzakelijk, want zonder ons limbische systeem en zijn snelle reflexen, overleven we niet. Maar zonder de wilskracht om aan kortetermijn-verleidingen te weestaan, bouwen we op drijfzand.

HR-gewijs: hoe kan je op jonge en enthousiaste mensen bouwen, die na een tijdje inwerken al vrij snel een groter, een uitdagender project willen? En hoe bouw je aan wilskracht in een organisatie?

Een van de interessante inzichten in het boek van Walter Mischel is dat er veel gelegen is aan hoe je jezelf ziet als losstaand van, of geconnecteerd met wie je over 20 jaar zal zijn.

Hoe sterker je de binding voelt met de persoon die ooit oud zal zijn, hoe groter de kans dat iemand nu al aan pensioensparen zal doen.

Het omgekeerde geldt ook: hoe meer je je toekomstige zelf als een losstaande entiteit ziet, hoe minder je geneigd bent om beslissingen te nemen die pas op langere termijn gaan renderen.

Hetzelfde geldt voor organisaties. Dus is de centrale vraag: wat kan je in een organisatie doen om te connecteren met de toekomstige organisatie? Een organisatie uitbouwen is geen sprint, het is een marathon.

Deze lectuur kan ik dus héél warm aanraden: ‘De marshmallowtest. Verbeter je zelfbeheersing’ (van Walter Mischel).”

Met vriendelijke groeten,

Peter

Plaats een reactie